Meteen naar de inhoud

De Kleine Zeemeermin

de kleine zeemeermin

De Kleine Zeemeermin

Dit verhaal schreef ik voor het sprookjesdiner in Wijk aan Zee, tijdens mijn verblijf als Artist in Residence. Wil je het verhaal liever luisteren? Dan kan hier!

Ariël wist dat er op dit moment nog maar één iemand was die haar zou kunnen helpen. Iemand die haar zou kunnen helpen met een probleem waar geen oplossing voor leek te bestaan. Een probleem waar ze zichzelf bovendien mee opgezadeld had.
Ze wist dat ze het zichzelf niet voor eeuwig kwalijk kon nemen. Ze was jong en impulsief. Haar brein had zich nog niet genoeg ontwikkeld om de consequenties op de lange termijn te overzien. Bovendien was ze verliefd. Ariël vond inmiddels dat men, zodra er verliefdheid in het spel was, direct als handelsonbekwaam moest worden beschouwd.

Soms nam Ariël het haar vader kwalijk, al wist ze dat die écht geprobeerd had haar tegen te houden. Had hij het maar harder geprobeerd, dacht ze vaak. Nu was het te laat. Ze zat vast hier op het land. Zonder staart, met benen en misschien nog wel het ergste: met hém.
Hoe leuk was hij aan het begin. Zijn vrolijke lach en zijn mistige ogen, die vol mysterie leken. Avondenlang speelde hij op zijn accordeon en danste hij onbezonnen in het rond. Dat hij haar regelmatig mee uit varen nam, terwijl hij duidelijk niets van boten wist en amper kon zwemmen, vond Ariël aanvankelijk dapper. En wanneer hij zich ‘s morgens wakker liet likken door zijn hond, was dat aandoenlijk. (Ook als diezelfde hond een paar minuten eerder nog uit het toilet had gedronken.)
  
Het had enkele maanden gekost, voordat Ariël Eric zag voor wie hij werkelijk was. Een simpele, ongeïnteresseerde vent die geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel had en zelfs nog minder begrip van hygiëne.  
Tegenwoordig zocht Ariël geen betekenis meer in de peinzende ogen van prins Eric. Zijn blik was moeilijk te peilen, omdat er gewoon niets in de man omging. Zijn platte grappen en ondoordachte meningen, bezorgden haar vaak de rillingen. Eric liet zich tot overmaat van ramp bedienen en vertroetelen als de prins die hij was, maar maakte geen enkele aanstalten om daadwerkelijk iets met dat privilege te doen. Interesse in politiek of internationale betrekkingen, toonde hij evenmin.

Wat had hij haar teleurgesteld. Alles wat ze was geweest: ambitieus, gepassioneerd, optimistisch… In de loop der jaren was er weinig van overgebleven. Ook de relatie met haar familie was, ironisch genoeg, compleet verwaterd.
De eerste jaren kwamen ze nog wel eens langs. Ze zwommen naar de kust, een enkele keer had Ariël een watertank geregeld. Het was een hoop gedoe en de situatie bleef altijd hetzelfde: er was een onzichtbare muur tussen hen ontstaan. De wereld van zij met kieuwen en de wereld van zij met longen. Soms probeerde Ariël erover te praten met Eric, maar die kwam niet verder dan de suggestie om een goudvis aan te schaffen.

‘Ariel?’
Een assistent liep de wachtkamer in. Ariël schrok op. De zenuwen sloegen haar om de keel, maar gelukkig had ze ervaring met stemproblemen.
‘Hier ben ik,’ antwoordde ze schor.
Ze ademde diep in en verzamelde al haar moed. Vandaag was de dag dat ze eindelijk weer een beetje optimistisch durfde te zijn. Ze had goede verhalen gehoord over deze dokter. Hij had al veel bekende mensen geholpen. Online had ze van alles over hem gelezen. De beste plastische chirurg van het hele koninkrijk. En als hij vrouwen kon helpen aan een duckface en een wespentaille, dan moest hij haar ongetwijfeld kunnen voorzien van een nieuwe vissenstaart.

Lees ook Assepoester, De wolf & de zeven geitjes en Hans & Grietje.